Het IPA door de ogen van de Horval-sectoren : een nieuwe onderhandeling is een must!

Iedere twee jaar voeren de vakbonden en de patronale bank onderhandelingen om een interprofessioneel (IPA) af te sluiten. Dit akkoord heeft als doelstelling om betere lonen en arbeidsvoorwaarden te bekomen voor ongeveer 4 miljoen werknemers, waaronder de leden van ABVV Horval. Het voorstel van de werkgevers? Een loonverhoging van slechts 0,4%: een belediging voor de werknemers!

Het staat buiten kijf dat dit jaar moeilijk was voor heel wat sectoren. Daarbij denken we met name aan de Horeca die als eerste sector de deuren moest sluiten, maar ook aan de dienstenchequewerkneemsters die maandenlang niet mochten werken, voor hun eigen gezondheid en die van hun klanten, en aan de werknemers uit de groene sectoren. Tegelijk hebben andere sectoren, die als essentieel beschouwd worden, op volle toeren gedraaid en zagen ze hun omzetcijfer aanzienlijk groeien. De sector van de Handel in Voedingswaren heeft zo bijvoorbeeld 500 miljoen extra gerealiseerd in 2020 in vergelijking met het jaar ervoor. De werknemers hebben een cruciale rol gespeeld om de bevolking te bevoorraden; ze hebben hard gewerkt, in gevaarlijke omstandigheden.

Het keurslijf van 0,4% dat de patronale bank voorstelt is ruim ontoereikend. Voor de Horval-sectoren is dit… peanuts; zeker voor de werknemers uit Categorie 1! Voor een werknemer uit de groene sectoren die € 10,42/u bruto verdient, is dit een stijging van € 10,46 bruto per maand, dus ongeveer de helft netto. Voor de Horecawerknemers, waarvan de meesten al maanden tijdelijk werkloos zijn, is dit een stijging van maximaal € 9,04 bruto per maand. En dit is voor degenen die al een degelijke anciënniteit hebben in de sector… Voor de voedingsnijverheid, die sinds het begin van de crisis is blijven werken, is dit bedrag ook onbeduidend. Met een stijging van 0,4% zal een bakker nauwelijks € 13,35 bruto per maand meer verdienen…

Tot slot bedraagt dit bedrag voor de dienstencheques, een bijzonder zwaar beroep, € 11,35 extra per maand voor een huishoudelijke hulp aan het begin van de carrière. “0,4%, daarmee lachen ze ons uit. Dat is alsof we bedelen om te mogen werken” zegt Anna Garganis, dienstenchequewerkneemster in Picardisch Wallonië, verontwaardigd. “In de sector zijn 3/4e van de werknemers alleenstaande vrouwen met kinderen ten laste. Het huidige loon is niet voldoende; je moet er de huur mee betalen, de algemene vaste kosten, de kosten voor de kinderen… Bovendien is dit een beroep met zeer moeilijke arbeidsvoorwaarden. Zelf werk ik momenteel halftijds om medische redenen; ik heb een discushernia. Onze gezondheid krijgt het zwaar te verduren door zware dingen te heffen en door herhaalde lastige bewegingen te maken. Wij verdienen beter dan een stijging van 0,4%. Wij verdienen een echte erkenning op het vlak van ons loon!”

Er bestaat een manoeuvreerruimte om te onderhandelen over loonstijgingen. De arbeidskost is in België de laatste jaren immers minder snel gestegen dan bij onze buren. Begin 2020 was het percentage van België 1% lager. De werknemers van ons land moeten deze achterstand op de buurlanden kunnen inhalen. Onze buurlanden zijn niet bang om te onderhandelen over nieuwe loonsverhogingen …

Om al deze redenen pleit ABVV Horval ervoor dat het patronaal voorstel van 0,4% slechts indicatief is. De gezondheidscrisis heeft er vooral zwaar ingehakt bij de werknemers uit de sectoren met de laagste lonen. Solidariteit met deze werknemers is hier wel degelijk op zijn plaats. De heronderhandeling van de 0,4% naar een stijging die ons dichter bij ons doel van € 14 per uur brengt, wordt daardoor bijna een morele strijd! De werknemers moeten waardig kunnen leven met hun loon waarvoor ze hard werken!