‘De toekomst? Verenigd!’

Wat drijft iemand om vakbondsactivist te worden in El Salvador? Haalt dat wat uit in de huidige context? Lees in deze sombere tijd van het coronavirus de getuigenis van een syndicalist die vol vuur vertelt over de vakbondsstrijd en zijn inzet voor de gemeenschappen rond de fabriek. Een interview met Salvador Galán, secretaris van SINTRACOSTA, partner van ABVV Horval en FOS en vakbond van de drankenproducent La Constancia die sinds drie jaar behoort tot AB InBev.

Hoe ben je in de vakbond gerold?

Ik ben vijftien jaar aan de slag in La Constancia en werkte in verschillende productieafdelingen. De laatste jaren in de afdeling waar we voor Coca Cola produceren. Ik had het best naar mijn zin, tot de fabriek in 2017 werd overgenomen door AB InBev. Het nieuwe management voerde drastische veranderingen door. De uurroosters werden omgegooid, de 12-urige werkdag werd de norm, de productiedoelen verhoogd en het bonussysteem hervormd waardoor wij in de praktijk loonverlies lijden.

Het ergste was de relatie met de directie die omsloeg. Arbeiders werden afgedreigd, respectloos behandeld en bij de minste fout op staande voet ontslaan. Toen hebben we besloten dat het zo niet verder kon en richtten we een vakbond op om onze rechten te verdedigen.

Heeft dat iets veranderd?

We hebben enorme vooruitgang geboekt. Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar uiteindelijk heeft de fabriek La Constancia onze vakbond erkend en kunnen we ons organiseren. Door ons te verenigen zijn we erin geslaagd om het respect voor werknemers in La Constancia terug te laten keren. We hebben de ontslagen een halt toegeroepen en vanuit het human resources-beleid wordt terug op een normale manier met ons omgegaan. Het respect is teruggekeerd in de fabriek.

Het uurrooster en het bonussysteem blijven wel een probleem. Daarom willen we zo snel mogelijk een cao onderhandelen. Daarvoor moeten we kunnen aantonen dat de helft van de werknemers lid is van de vakbond. Ledenwerving is dus een absolute prioriteit.

Jullie strijden niet alleen voor betere arbeidsomstandigheden in de fabriek, maar ook voor betere leefomstandigheden buiten de fabriek. Leg eens uit?

Multinationals hebben altijd de mond vol over maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar sinds de overname zijn er nauwelijks sociale projecten voor de omliggende gemeenschappen. Rond de Coca Colafabriek vroegen de omliggende bewoners voor een voetgangersbrug, omdat de fabriek aan een erg drukke weg ligt waar al verschillende dodelijke slachtoffers vielen. Het antwoord van de fabriek was dat ze daarvoor maar bij de overheid moesten aankloppen.

Daarom zochten we contact met de buurtbewoners en richtten we samen een actiegroep op. Zo oefenen we druk uit op twee fronten: met de gemeenschapscomités buiten de fabriek en met de vakbond binnen de fabriek.

Door het contact met de buurt kwamen ook de problemen met het drinkwater naar boven. Door de grote hoeveelheden die de fabriek gebruikt en waar ze spotprijzen voor betaalt, loopt de buurt risico om zonder stromend water te vallen. Wij willen meewerken aan een structurele oplossing waarbij zowel de overheid als de fabriek haar verantwoordelijkheid neemt.

Wij vinden dat we als vakbond ook een gemeenschapsrol te vervullen hebben. Bovendien is het ook in ons belang dat het bedrijf op een duurzame manier werkt met respect voor de omgeving, dat verzekert tewerkstelling in de toekomst.

Wat staat er de komende maanden op de syndicale agenda?

We hadden een heel ambitieus actieplan voor 2020 met een stevige eisenbundel, maar de coronacrisis heeft dit doorkruist. We hebben onze focus verlegd naar het behoud van tewerkstelling en arbeidsvoorwaarden. Er is nooit een volledige sluiting van de fabriek geweest, omdat de drankenproductie een essentiële sector is.

Voor de arbeiders die kwamen werken, dwongen we een veilige werkomgeving af. Het werk moet zo georganiseerd worden dat de sociale afstand bewaard kan worden, iedereen maskers krijgt en andere hygiënemaatregelen voorzien worden. Nu we in de eerste exitfase zitten en er stap per stap meer werknemers in de fabrieken zullen zijn, willen we daar blijvend op toezien. Voor de komende maanden wordt veiligheid en preventie op het werk dus de absolute prioriteit.

“Daarnaast moeten we ook onze strategieën aanpassen, bijvoorbeeld in het werk met de omliggende gemeenschappen. Grote bijeenkomsten en mobilisaties zijn op dit ogenblik uitgesloten. We zetten nu sterk in op organisatie via sociale media en WhatsApp groepen, nu de straat geen optie is.

Met zo’n enthousiasme lijkt mij de toekomst van de strijd in El Salvador verzekert.

Ja, maar onze strijd stopt niet aan de grenzen van de plant of het land. Met steun van FOS coördineren we met vakbonden van INBEV en Coca-Cola in Centraal-Amerika. Zo oefenen we druk uit op het bedrijf om de arbeidsrechten te verbeteren in de ganse regio, niet alleen in El Salvador.

Voor ons was ook het internationale congres dat de Belgische vakbond HORVAL organiseerde met vakbonden uit de sector enorm belangrijk. We hebben geput uit de strategieën en ervaringen van onze kameraden in Latijns-Amerika en België om ons syndicaal actieplan op te stellen. We hopen dat wij op onze beurt ook onze zustervakbonden kunnen inspireren. Die internationale solidariteit zal in de toekomst cruciaal zijn om verbeteringen af te dwingen.