Niet rondkomen door ziekte: Boliviaanse huishoudwerkers pikken het niet meer

Beloofde gezondheidsverzekering strijdpunt voor koepelvakbond FENATRAHOB

Stel je voor dat je jaren aan een stuk dag en nacht paraat staat voor je baas, maar aan je lot wordt overgelaten als je ziek bent. Het is de dagelijkse realiteit voor huishoudwerkers in Bolivia. Daar wil deze organisatie iets aan doen…

Nog steeds kunnen huishoudwerkers in Bolivia niet terugvallen op een gezondheidsverzekering. Daar besluit koepelvakbond FENATRAHOB resoluut het gaspedaal in te duwen. Desnoods via juridische stappen.

Tussen daad en droom

“15 jaar lang wachten we op een gezondheidsverzekering voor onze sector”, zegt de nieuwbakken Algemeen Secretaris van huishoudfederatie FENATRAHOB Julia Chambi. “Toen keurde men een wet goed die haarscherp stelt dat Boliviaanse huishoudwerkers recht hebben om zich aan te sluiten bij een gezondheidskas”, gaat ze verder. Daar bovenop ratificeerde Bolivia als tweede Latijns-Amerikaanse staat de Conventie 189 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in 2013. En ook die spreekt klare taal wat het recht op gezondheid voor de sector betreft.

“Het is doodeenvoudig. We hebben verschillende wetten aan onze kant, maar die past men gewoonweg niet toe”, vertelt Gregoria Gabriel, de voormalige Algemene Secretaris van de federatie. En daar knelt al jarenlang het schoentje. De afdwingbaarheid van internationale conventies zoals C189 is helemaal geen klare zaak. En ook de nationale wetgeving blijft dode letter. Het ministerie van Arbeid kan of wil niet meer arbeidsinspecties organiseren en zonder controle blijft alles bij het oude.

Voor de happy few

Met het Sociaal Pact werd in 1944 de aansluiting tot de sociale zekerheid verplicht in België. In Bolivia is anno 2018 een kleine minderheid aangesloten bij een gezondheidskas. De reden is eenvoudig: slechts een kleine minderheid van de Bolivianen heeft een formele job. De huishoudsector is een van die sectoren waar de informaliteit primeert; zonder contract, zonder sociale bijdragen, zonder gezondheidszorg. Aangezien de private ziekenhuizen alleen voor de happy few zijn, moet de overgrote meerderheid van de huishoudwerkers zich richten tot het ondergefinancierde en haperende publieke systeem. Gezondheid is in Bolivia bij uitstek een klassenprobleem.

FENATRAHOB zette in 2016 en 2017 alles op alles om tot een akkoord te komen met de Nationale Gezondheidskas en het ministerie van Gezondheid en Arbeid. Wetsvoorstellen werden heen en weer gestuurd, vertragingsmanoeuvres vanuit de Gezondheidskas werden verholpen, politieke steun werd in het parlement gezocht. Net voor de eindstreep ligt het wetsvoorstel dat de aansluiting tot de Nationale Gezondheidskas moet operationaliseren levenloos bij een controleorgaan. Dit orgaan moet nagaan of het voorstel conform de nationale wetgeving is en eventuele technische fouten eruit halen. Maar sindsdien blijft het muisstil.

Kotsbeu te wachten

“We zijn het kotsbeu om te wachten”, zegt legaal adviseur Rodrigo Maidana. Hij verleent juridische ondersteuning aan FENATRAHOB en spreekt klare taal. “We geven de regering nog tijd tot juni. Indien we tegen dan geen positief antwoord krijgen, dagen we de Boliviaanse staat voor de rechter”, zegt hij. “Het overgrote deel van het Boliviaans huishoudpersoneel krijgt niet eens de helft van het minimumloon uitbetaald! Anciënniteit is een woord dat niet bestaat in de sector, niemand van hen krijgt zijn jaarlijkse 15 vakantiedagen, moederschaps- en ziekteverlof, … dat bestaat gewoon niet.”

President Morales stuurde op 30 maart nog een tweet de wereld in. “Op de Internationale Dag voor het Huishoudpersoneel, bedanken we hen voor het eervolle werk dat ze verrichten, en voor de bijdrage aan de ontwikkeling van het land. We hebben de Conventie 189 geratificeerd en samen blijven we vechten voor de rechten van onze zusters.” Een mooie boodschap, maar wel eentje die juridisch zal worden afgedwongen indien alles bij het oude blijft.