COLOMBIA, EEN LAND DAT DROOMT VAN VREDE EN SOCIALE RECHTVAARDIGHEID

Een analyse door Nely Osorno, Voorzitster van IPC, partnerorganisatie van Solsoc in Colombia 

Door het vredesakkoord dat in 2016 in Havana, Cuba, werd ondertekend tussen de Colombiaanse regering en de FARC kon er gedroomd worden over vrede en sociale rechtvaardigheid. De voormalige guerrillastrijders hebben sindsdien de wapens neergelegd om een politieke partij te worden. Sindsdien creëerden verschillende instellingen ruimten om de waarheid en de vrede te vestigen.

Deze instellingen bestaan uit het Bijzonder Vredestribunaal (BV), het gerechtelijk tribunaal waaraan de voormalige guerrillastrijders deelnemen, alsook leden van het leger en sommige niet-strijders die het conflict financierden of ertoe bijdroegen en ervan profiteerden. De Commissie voor de Opheldering van de Waarheid is een niet-gerechtelijke instelling die tracht om een relaas op te stellen over wat Colombia heeft meegemaakt gedurende een halve eeuw van gewapend conflict; en tot slot, de Eenheid voor het Opsporen van Vermiste Personen, die de meer dan 80.000 vermiste personen trachten terug te vinden en te identificeren, drie keer meer dan het aantal personen die door de militaire dictaturen in Chili en Argentinië zijn achtergebleven.

13.510 ex-guerrillastrijders hebben hun wapens aan de kant gelegd om zich in het burgerleven te mengen. Dit interne gewapende conflict was een van de langste ter wereld want het ging om de langste actieve guerrilla en het zou jammer zijn als het vredesakkoord niet zou slagen. Dit zou niet alleen een mislukking zijn voor Colombia, maar voor alle vredesprocessen wereldwijd.

24 november 2016,  de datum waarop het vredesakkoord in Bogota werd geratificeerd, is een belangrijk moment voor de uitvoering van de zes punten uit het akkoord: 1. Integrale landbouwhervorming, 2. Politieke participatie, 3. Einde van het conflict, 4. Oplossing voor het probleem van illegale drugs, 5. Akkoord over de slachtoffers van het gewapend conflict en 6. Toepassing, controle en goedkeuring;

Ondanks de enkele vooruitgangen heeft het akkoord in 2018 een wending genomen en ging de toepassing ervan erop achteruit, toen Ivan Duque Márquez president werd, die met de regeringspartij (centrumdemocraten) verklaard heeft niet akkoord te zijn met het vredesproces.

Deze situatie laat zich voelen in de toepassing van de regressieve beleidslijnen in termen van rechten, zoals de arbeidsrechten en de rechten van de minderheden, alsook in de praktijken zoals de buitengerechtelijke executies, de massamoorden, de moord op mensenrechtenverdedigers, het toezicht op de oppositie, journalisten, leiders en anderen.

Drie en een half jaar na de uitvoering van het vredesakkoord stellen we enkele punten van vooruitgang en moeilijkheden voor die te maken hebben met de integrale landbouwhervorming, de vervanging van illegale gewassen, de situatie van de mensenrechtenverdedigers, de situatie van de teruggekeerde bevolking en het werk van het Bijzonder Vredestribunaal, de Commissie voor de Opheldering van de Waarheid en de Eenheid voor het Opsporen van Vermiste Personen.

De integrale landbouwhervorming

Het conflict om het land in Colombia houdt verband met de oorsprong van de guerrillastrijders. Om het Colombiaanse platteland om te vormen voorzag het Akkoord in de oprichting van een grondfonds, Ontwikkelingsprogramma’s met een Territoriale Aanpak,  in de zones die het zwaarst getroffen werden door het conflict, en de uitvoering van plannen waarmee men zou kunnen investeren in openbare goederen en diensten op het Colombiaanse platteland. Slechts 30% van het fonds dat voorzien werd in het akkoord werd gedeponeerd en er werd niets aan de boeren gegeven.

Ontwikkelingsprogramma’s met een Territoriale Aanpak

De uitwerking van de 16 ontwikkelingsprogramma’s werd beschouwd als een van de grootste stappen voorwaarts op het vlak van de integrale landbouwhervorming. De programma’s werden samen met de gemeenschappen uitgewerkt en weerspiegelen de noden van de gemeenten en dorpen die grotendeels aan hun lot werden overgelaten door de Staat. Meer dan 220.000 mensen uit 11.000 dorpen van 170 gemeenten waren betrokken bij de collectieve uitbouw van deze programma’s en ongeveer 32.000 initiatieven werden op poten gezet op het vlak van gezondheid, onderwijs, huisvesting en andere. De 16 ontwikkelingsprogramma’s werden tussen augustus 2018 en maart 2019 ondertekend.

Oplossing voor het probleem van de illegale drugs

Het Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding van de Verenigde Naties (UNODC) verzekert dat 96% van de boeren die verbonden zijn aan het Geïntegreerd Nationaal Programma voor de Vervanging van Illegale Gewassen (PNIS) hun engagement zijn nagekomen om vrijwillig deze gewassen uit te roeien. Dit komt overeen met 60.087 hectare coca voor 99.097 gezinnen. De regering van president Duque heeft echter in 2019 de opname van meer gezinnen in dit programma opgeschort en er tegelijkertijd voor gezorgd dat het voldoet aan de verplichtingen die al met zijn regering zijn aangegaan. Tegelijkertijd roeien militairen en politieagenten in verschillende delen van het land illegale gewassen met geweld uit. Tijdens de pandemie werd deze praktijk geïntensiveerd, waardoor sommige boeren vermoord werden en anderen ontheemd werden.

De regering dringt aan op de gedwongen uitroeiing en de hervatting van het sproeien van glyfosaat vanuit de lucht, in plaats van voort te gaan met het vrijwillig vervangen van gewassen. Deze situatie wordt nog verergerd door de komst van Amerikaanse militairen die deel uitmaken van de SFAB-missie (Security Force Assistance Brigade), die geacht wordt de strijdkrachten te adviseren in de strijd tegen de drugshandel. Dit punt van het vredesakkoord zal dus niet worden gerespecteerd door de regering; integendeel, het zal het beleid van gedwongen uitroeiing en fumigatie radicaliseren.

Het integrale systeem van waarheid, rechtvaardigheid,  schadevergoeding en niet-herhaling

In het VN-verslag wordt erop gewezen dat het Bijzonder Vredestribunaal 7 lopende zaken heeft, waarvoor 265.000 slachtoffers zijn geaccrediteerd. De Eenheid voor de opsporing van vermiste personen (UBPD) heeft 599 van de 80.000 vermiste personen in Colombia geïdentificeerd. De Waarheidscommissie van haar kant heeft 11.700 individuele en collectieve gesprekken gehouden met slachtoffers, oud-strijders en andere actoren en heeft rapporten ontvangen van maatschappelijke organisaties.

De situatie van de sociale leiders, de mensenrechtenverdedigers

Volgens de cijfers van de Universiteit van Antioquia werden 565 leiders en mensenrechtenverdedigers in Colombia vermoord sinds het vredesakkoord werd ondertekend tot februari 2020. Tussen januari en 24 maart 2020 ontving het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten in Colombia klachten over 56 moorden op sociale leiders en mensenrechtenverdedigers. Dit aantal nam alleen maar toe tijdens de Covid-19-pandemie. Men registreert een toename van moorden op vrouwen van 50% ten opzichte van 2018. Het zijn leiders die het opnemen voor de grondgebieden, de inheemse volkeren en de afro-afstammelingen, de boeren, de mensen die grond opeisen, milieuactivisten, de mensen die opkomen voor de rechten van de LGBTI, de verdedigers van het vredesakkoord en de syndicalisten die vermoord worden.

Situatie van de teruggekeerde bevolking

Sinds de ondertekening van het akkoord werden meer dan 200 voormalige guerrillastrijders vermoord. Ze worden verplaatst naar de Territoriale Ruimten voor Vorming en Re-integratie (ETCR) maar sommigen zijn in de greep van dissidenten van de FARC en van paramilitaire groepen zonder enige garantie op veiligheid.

Desondanks « hebben de voormalige strijders legaal 139 coöperatieven en andere productieve organisaties opgericht, waaronder er 18 geleid worden door vrouwen en 9 uitsluitend uit vrouwen bestaan”, volgens de VN. Meer dan 6000 voormalige guerrillastrijders volgen programma’s van het primair, secundair en beroepsonderwijs.

Deze organisaties van de solidaire economie zijn de sleutel tot de duurzaamheid van collectieve productieve projecten, de garantie voor hun herintegratie in de samenleving en de uitbouw van solidaire gebieden.

In de huidige context wordt het vredesakkoord niet gerespecteerd; er zijn nog steeds paramilitaire groeperingen, dissidenten van de FARC en ELN (Nationaal Bevrijdingsleger), politieke elites en grote bedrijven die tegen de zes punten van het akkoord ingaan. Bovendien verzetten legale en illegale actoren zich tegen de vooruitgang en de resultaten die worden bereikt door de mechanismen van waarheid, gerechtigheid en schadeloosstelling die door de overeenkomst in het leven zijn geroepen en die het mogelijk zouden maken een einde te maken aan het gewapende conflict in Colombia.

De huidige crisis heeft deze aspecten helaas versterkt door een rem te zetten op de moeizame vooruitgang en door het geweld te doen toenemen.