HORVAL zegt NEEN tegen een verdere liberalisering van het Europese suikerbeleid!

ABVV HORVAL nam op 28 februari deel aan een conferentie voor de suikerindustrie, georganiseerd door EFFAT (Europese vakbondsfederatie voor de voedingssector, landbouw en toerisme) en door CEFS (Europees Comité van Suikerfabrikanten).

Maart 2013 is de beslissende maand voor de Europese suikerfabrieken. Deze maand wordt op Europees niveau beslist of het huidig Europees quotasysteem verlengd wordt tot 2020 of abrupt afloopt in september 2015.

Dit herinnert ons aan de dramatische gevolgen van de suikerhervorming van 2006, waarbij meer dan 100 000 banen verloren gingen. De vakbonden en werkgevers van de Europese suikersector deden daarom een gezamenlijke en krachtige oproep aan de Europese wetgevers (Parlement en Raad) en de Europese Commissie om het quotasysteem te handhaven tot 2020.

De geschiedenis van het Europees suikerbeleid smaakt voor sommigen bitter, voor anderen zoet …

Tot 2006 schermde de EU haar suikermarkt af door het hanteren van verschillende protectionistische maatregelen. Een quotasysteem beperkte de suikerproductie in Europa. Dit leverde een vaste marktprijs voor de Europese suikerproducenten op die drie keer zo hoog was als de wereldmarktprijs. Terwijl de EU hoge invoertarieven oplegde voor de suikerproducenten buiten de Europese grenzen, gaf ze subsidies voor het exporteren van de Europese suiker. Deze maatregelen konden in het nadeel zijn van de suikerproducenten uit de ontwikkelingslanden en konden de wereldmarkt gedestabiliseerd hebben. Om zich te ontdoen van de Europese suikeroverschotten, hanteerde de EU een dumpingpolitiek op de wereldmarkt.

De EU voorzag een uitzondering voor de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACP-landen) en de minst ontwikkelde landen (MOL-landen). Deze groep ontwikkelingslanden moeten geen hoge invoertarieven betalen voor een vastgelegde hoeveelheid suiker en krijgen dezelfde hoge garantieprijs voor hun suiker die voorzien wordt voor de Europese suikerproducenten.

De suikerhervorming in 2006 leidde tot sluitingen van raffinaderijen en massaal banenverlies

In 2006 werd de EU door de WHO (de Wereldhandelsorganisatie) gedwongen te stoppen met het garanderen van een vaste aankoopprijs voor suiker. Dit leidde onmiddellijk tot een drastische vermindering van de Europese suikerproductie. Hierdoor is de EU veranderd van een netto-exporteur in een netto-importeur.

Door de suikerhervorming in 2006 gingen 22 012 directe banen en 110 000 indirecte banen verloren. Tussen 2000 en 2010 daalde de Belgische werkgelegenheid in de sector ‘vervaardiging met suiker’ met 27,6 %.

België telt momenteel nog twee groepen suikerfabrikanten: de Groep Tiense suikerraffinaderij en de groep Iscal Sugar.

Welke toekomst voor de Belgische en Europese suikerindustrie? Einde van quota’s in 2015 of in 2020?

Wat zal de toekomst brengen voor de Belgische en Europese suikerindustrie wanneer het quotasysteem niet verlengd wordt tot 2020?

De liberalisering van de suikermarkt zal leiden tot een grotere concurrentie tussen de fabrikanten uit het Noorden en die van het Zuiden. De bedrijven zullen hierop reageren door te kiezen voor nog meer globalisering. De prijs van suiker zal naar beneden worden gedrukt.

Het quotasysteem heeft er de laatste jaren daarentegen juist voor gezorgd dat de EU minder last had van de turbulentie op de wereldsuikermarkt. Het systeem garandeert inkomenszekerheid aan de suikerboeren, een stabiele prijs voor de consumenten en werkzekerheid. Zonder suikerquota in de Europese Unie dreigen de ACP- en MOL- landen uit de wereldmarkt weggedrukt te worden door grote suikerproducenten als Brazilië en Thailand. Een geleidelijke afbouw van de gegarandeerde afzet tegen vaste prijzen, is voor deze landen beter dan een abrupt einde in 2015. Een verlenging van het quotasysteem moet deze landen de nodige tijd geven om zich concurrentieel te wapenen en te innoveren.

Er was maar één grote winnaar van de Europese suikerhervorming van 2006 en dat was de suikerverwerkende industrie: Coca-Cola, Nestlé, … De suiker die zij in hun producten verwerken, is een stuk goedkoper geworden.

Maar garandeerde deze overwinning extra werkplaatsen in de vestigingen van deze multinationals? Wij zijn overtuigd van het tegendeel …

Lessen trekken uit de hervorming van 2006

Ook de Europese suikermarkt heeft de tijd nodig om zich aan te passen aan de gevolgen van het einde van het quotasysteem en vermoedelijk zullen nieuwe herstructureringen volgen. Hoogstwaarschijnlijk zullen productieprocessen aangepast worden. Als vakbond moeten wij anticiperen op de sociale naschok.

De Europese suikerindustrie dient de nodige lessen te trekken uit de suikerhervorming van 2006. Automatisering van het productieproces vergt meer polyvalentie van de operatoren, wat tot meer stress leidt op de werkvloer en thuis. Het aantal zieken en arbeidsongevallen in de suikersector schoot de hoogte in.

De directies schatten de gevolgen niet goed in van deze verhoging van stress op het werk. De nodige lessen dienen getrokken te worden. Afwezigen worden niet tijdelijk vervangen en hierdoor vergroot de werkdruk en stress voor de collega’s die wel nog aan het werk zijn. Psychosociale effecten en gezondheidsklachten zijn ook zichtbaar bij de ontslagenen. Loopbaanbegeleiding en anticipatie op de sociale naschok zijn een must bij herstructureringen!

Daarnaast moet de sector dringend investeren in professionele vorming en een sectorplan of bedrijfsplannen voor de oudere werknemers opstellen. De meerderheid van de werknemers zijn ouder dan veertig jaar, in sommige gevallen tot tachtig procent. De ouderen vragen door de verhoogde werkdruk en stress om aangepast werk, maar de bedrijven zijn hierop niet voorzien.

Door te investeren in jongeren en hun opleiding, kunnen oudere werknemers op brugpensioen vertrekken indien ze dit willen. Bovendien hebben de suikerraffinaderijen het heel moeilijk om jonge werknemers te vinden. En als ze eenmaal geïnteresseerd zijn, dienen ze nog te worden opgeleid. Het specifieke productieproces in de suikerraffinaderijen, twee campagnes, heeft tot gevolg dat jongeren een zeer lange opleidingsperiode moeten doorlopen.

Bedrijven zijn ook terughoudend om een meterschap- of peterschapproject uit te voeren. Ervaren oudere werkkrachten die jongeren begeleiden en opleiden, kost in de ogen van de ondernemer extra geld want het schaadt de productiviteit van de oudere werknemer. Nochtans is investeren in professionele vorming een opportuniteit voor de voedingsnijverheid, maar ook voor de suikerindustrie.

HORVAL pleit samen met EFFAT en CEFS voor verlenging van het quotasysteem! We zullen u op de hoogte houden over de verdere ontwikkelingen in dit dossier.