Slachthuizen: dierenwelzijn en werknemerswelzijn moeten hand in hand gaan

In juli maakte een video van de organisatie « Animal Rights », waarin beelden getoond worden van dieren die mishandeld worden in het slachthuis Verbist te Izegem, in West-Vlaanderen, een schandaal. De Vlaamse minister van Dierenwelzijn, Ben Weyts (N-VA) kondigde de sluiting van het slachthuis aan. Vervolgens mocht het slachthuis opnieuw opengaan mits zeer strikte voorwaarden. Een van die voorwaarden is de voortdurende camerabewaking van de werknemers waarbij de beelden voor iedereen toegankelijk zijn op het internet.

Het is vanzelfsprekend dat de werknemers zelf op een waardige manier dienen behandeld te worden om het dierenwelzijn te kunnen garanderen. Op een waardige manier, dat wil dus zeggen zonder aan een hels tempo te moeten werken met een productiviteit die belangrijker is dan wat dan ook. Op een waardige manier, dat wil ook zeggen met inachtneming van hun portretrecht.

De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 68 is hierover zeer duidelijk: voortdurende camerabewaking van werknemers is verboden. Iedereen zal bovendien ook begrijpen dat het totaal onhoudbaar is voor de werknemers om op elk moment van de dag in het oog te kunnen worden gehouden op internet door om het even welke nieuwsgierige.

ABVV Horval is extreem gevoelig voor dierenmishandeling en zal elke maatregel ondersteunen waarmee dit kan vermeden worden, op voorwaarde dat dit gebeurt met respect voor de werknemers. Voortdurende camerabewaking van de werknemers moet dus duidelijk geschrapt worden uit deze bepalingen.

Deze actualiteit moet ons echter laten stilstaan bij de arbeidsvoorwaarden in de slachthuizen. De arbeiders oefenen er een extreem zware arbeid uit, zowel fysiek als psychologisch. Bijna iedereen ondervindt er na enkele jaren gezondheidsproblemen. Bij de reflectie over het dierenwelzijn mogen we het werkritme en de productiviteitsdoelstellingen die opgelegd worden in de slachthuizen niet buiten beschouwing laten.