Neen tegen de uitbreiding van de flexi-jobs!
De federale regering heeft de begroting voor 2024 afgerond. In dit akkoord is een van de belangrijkste punten de uitbreiding van het flexi-jobsysteem in de volgende subsectoren van het PC 118:
- 118.03 Industriële- en ambachtelijke bakkerijen, ambachtelijke banketbakkerijen, ambachtelijke roomijsfabrikanten en de konsumptiesalons bij een ambachtelijke banketbakkerij
- 118.07 Brouwerijen en mouterijen
- 118.08 Drankennijverheid
- 118.09 Groentenijverheid
- 118.10 Vruchtennijverheid
- 118.11 Vleesnijverheid
- 118.12 Zuivelproducten
- 118.14 Chocoladefabrieken - suikerbakkerij
- 118.15 Koelnijverheid
- 118.16 Visnijverheid
- 118.21 Aardappelverwerkende nijverheid
- 118.22 Aardappelschilbedrijven
Volgens dezelfde regering zal de uitbreiding van de flexi-jobs in de verschillende subsectoren het mogelijk maken om 71 miljoen euro terug te verdienen. Maar tegen welke prijs voor de werkzekerheid en de arbeidsvoorwaarden?
Als sectorale gesprekspartner en vertegenwoordiger van de werknemers uit de voedingsnijverheid kunnen we niet anders dan tegen dit systeem te zijn dat op alle niveaus de werknemers van de sector steeds meer in de onzekerheid duwt.
Onlangs hadden de werkgevers van de voedingsnijverheid expliciet getoond dat ze het gebruik van de flexi-jobs wouden uitbreiden naar de subsector van de chocoladeproductie. De vakbonden waren tegen de invoering van de flexi-jobs in de chocoladeproductie. Vandaag zijn deze werkgevers, onder één hoedje met de regering, er niet alleen in geslaagd om flexi-jobs te verkrijgen in de subsector van de chocoladeproductie maar ook in 12 subsectoren van de voedingsnijverheid!
Hierdoor vergroot de onzekerheid voor de werknemers, worden de loonkosten verlaagd en neemt de gratis flexibiliteit toe.
Het systeem van de flexi-jobs bestaat sinds 1 december 2015 onder invloed van de regering-Michel I. Oorspronkelijk kon dit alleen maar afgesloten worden in de Horecasector met als doel om het zwartwerk in deze sector uit te roeien. Dankzij dit systeem kunnen mensen die reeds bij een of meerdere werkgevers voor minstens 4/5 werken, aangenomen worden met een aanvullend flexi-jobcontract.
Vandaag heeft het begrotingsconclaaf van de federale regering betrekking op bijna de volledige voedingsnijverheid. Welk signaal geeft de regering?
De werkgevers denken dat precaire jobs een oplossing zijn voor het gebrek aan arbeidskrachten in de sector. Ze vergissen zich sterk.
Ten eerste, als je de leemtes van de sector wil aanvullen door een systeem in te voeren waardoor mensen een extra job kunnen uitoefenen, is dit geen systeem dat gebouwd is voor de lange termijn. Zonder de loons- en arbeidsvoorwaarden te verbeteren, zal het tekort aan arbeidskrachten altijd blijven bestaan.
Ten tweede ondermijnt een aanvullende job kwaliteitsvolle jobs. Dit toont aan dat de werknemers niet genoeg financiële middelen hebben en geen andere keuze hebben dan een extra job te zoeken.
Ten derde is de sector van de voedingsnijverheid een sector waarin de voedselveiligheid en de hygiëne op het werk vereisten zijn. In het kader van flexi-jobs worden er geen voorafgaandelijke opleidingen gegeven die de werknemers beschermen en ze worden niet opgeleid rond de voedselveiligheid of de risico’s die verbonden zijn aan het uitoefenen van de functie. Door het gebrek aan vorming kunnen de eindgebruikers in gevaar gebracht worden.
Bij een ongeval zullen deze mensen niet alleen hun hoofdjob maar ook hun flexi-job verliezen.
Voor al deze redenen is ABVV Horval tegen het flexi-jobsysteem en tegen andere systemen die de kwaliteit van de werkgelegenheid van de werknemers ondermijnen.
Tot slot tonen verschillende onderzoeken aan dat werknemers meer tijd willen voor vrije tijd en hun gezin. Het systeem van de flexi-jobs beantwoordt daar geenszins aan. Integendeel, het houdt hen gevangen in een bestaansonzekere situatie en dwingt hen om een tweede job te hebben om waardig te kunnen leven.