Vleessector : weg met onderaanneming

De sociale gesprekspartners van de vleessector (voedingsnijverheid) willen de strijd aangaan tegen sociale fraude en meer bepaald tegen sociale dumping en mensenhandel. Ze werken trouwens aan een actieplan om dit doel te behalen. In het vizier van de vakorganisaties: onderaanneming, alomtegenwoordig in de sector.

De vleessector kent vele uitdagingen, zoals:

  • Het structurele tekort aan arbeidskrachten voor specifieke functies in de sector, wat zich ook in het buitenland voordoet;
  • De hoge vraag naar flexibiliteit omwille van de aard van het product met een beperkte houdbaarheid;
  • De problematiek van onderaanneming en het mogelijke misbruik.

Om het hoofd te bieden aan deze laatste uitdaging hebben de sociale gesprekspartners, en vooral de vakorganisaties, zich als doel gesteld om dit uiteindelijk af te schaffen via een beleid om dit geleidelijk af te bouwen.

 

De onderaannemingketen beperken

Voor de vakorganisaties blijft één van de ultieme doelstellingen in de strijd tegen sociale fraude binnen de vleessector de afschaffing van onderaanneming. Bovendien is onderaanneming synoniem voor flexibiliteit en bijgevolg wordt hier in veel gevallen misbruik van gemaakt… Alvorens dit doel te bereiken, stellen de vakbonden echter voor om een basisprincipe te creëren: onderaanneming beperken tot één niveau.

De patronale organisaties zijn het uiteraard niet eens met dit voorstel. Volgens hen moet de onderaannemingketen beperkt kunnen worden tot twee, zelfs drie niveaus. Ze halen het voorbeeld aan van de varkensector waarin er twee niveaus van onderaanneming bestaan, of de pluimveesector met drie onderaannemingsniveaus.

Beide partijen, vakbonden en patronaat, zijn het er in ieder geval over eens dat het belangrijk is om een algemeen beeld te ontwikkelen van de situatie in de sector (werkgelegenheid, ziekteverzuim, flexibiliteitsproblemen, enz.) om deze beslissing te kunnen nemen. De vakorganisaties stellen voor dat deze rol wordt toegekend aan een neutrale tussenpersoon zoals Alimento, het sectoraal fonds van de voedingsnijverheid (en bijgevolg de vleessector). Hierdoor zal men al dan niet kunnen toestaan om het aantal niveaus van onderaanneming op te trekken.

Volgens de partijen is dit een positieve aanpak, want hierdoor kunnen er evaluaties gemaakt worden op lange termijn. De bedrijven zullen dus ingelicht moeten worden over de genomen maatregelen en men zal hen vooral moeten aangeven dat deze maatregelen als doel hebben om onderaanneming te beperken - en op termijn af te schaffen - door dit door iets anders te vervangen.

Na deze informatiefase zal men moeten overgaan tot een verplichting, waardoor de bedrijven zich in overeenstemming kunnen brengen met het systeem dat zal ingevoerd worden. Hierbij zal er ook een bonus-malussysteem voorzien worden voor de bedrijven die al dan niet alle maatregelen zullen onderschrijven.

 

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden

De sociale gesprekspartners zijn het momenteel niet eens over de voorstellen met betrekking tot de hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden. Volgens ABVV Horval is het uiterst belangrijk om de onderaannemers te viseren die de reglementaire normen niet respecteren. De realiteit is dat onderaannemers frauduleus failliet gaan en in het niets verdwijnen of zichzelf reorganiseren.

Het doel van hoofdelijke aansprakelijkheid is ondernemingen verantwoordelijk te maken voor verplichtingen die nooit zullen worden nagekomen door hun onderaannemers, met wie zij bewust hebben gekozen om samen te werken. Zij moeten dus weten met wie zij samenwerken. Door deze verantwoordelijkheid te handhaven zullen de bedrijven beter geïnformeerd zijn en de maffia-onderaannemers kunnen verdrijven.

 

Systeem Checkin-Checkout @work

Het systeem Checkin-Checkout @work is een online dienst van de regering, waarmee de werkgevers uit de vleessector de aanwezigheid van hun werknemers registreren.

Het kader over de uitvoering ervan verschilt echter tussen vakbonden en werkgevers. Langs vakbondszijde, meer bepaald ABVV Horval, moet het systeem voorzien worden voor alle betrokkenen in het bedrijf, zowel de werknemers van het bedrijf als de werknemers in onderaanneming. Deze vraag zal zich niet meer voordoen wanneer onderaanneming afgeschaft wordt.

De patronale organisaties zijn niet dezelfde mening toegedaan. Zij zijn van mening dat de onderaannemers de controles moeten uitvoeren en niet de gebruikers. Volgens hen zou dit extra werk opleveren voor de bedrijven die met onderaannemers werken, in vergelijking met bedrijven die hier niet mee samenwerken.

Er dient echter vastgesteld te worden dat deze aanpak opnieuw de verantwoordelijkheid wegneemt bij de bedrijven. Wanneer een werkgever een beroep doet op een onderaannemer sluit hij een handelscontract af. Daardoor moet hij verantwoordelijk gesteld worden als de onderaannemer de toepasselijke regels niet naleeft.

Kortom, Checkin-Checkout moet door het hoofdbedrijf georganiseerd worden en dit voor alle betrokkenen (daaronder verstaat men alle werknemers en werkneemsters binnen het bedrijf).

 

Tot slot vinden de vakorganisaties dat de bal nu in het kamp ligt van de regering. Ofwel beslist de regering om te luisteren naar de eisen, ofwel blijft de regering deze situatie aanvaarden en laat zij dit maffiasysteem van onderaanneming voortwoekeren.