Landbouwers eisen hun deel, maar vergeet hun werknemers niet.

Aan de vooravond van de door boerenprotesten gedomineerde EU-top nam ABVV-Horval deel aan een door onze Europese koepelvakbond, EFFAT, georganiseerde hearing in het Europees Parlement over een meer sociaal landbouwbeleid. Met EFFAT stuurden we een sterk signaal naar de Europese politiek dat in de landbouwsector, een beleidsdomein waar één derde van het Europees budget naartoe gaat, de werknemersrechten niet langer op de derde plaats mogen komen.

De derde plaats?

EFFAT-woordvoerder Enrico Somaglia stelde het met een boutade. In het Europees landbouwbeleid kijkt men eerst naar de bedrijven, dan naar de dieren en dan pas naar de werknemers. Tot voor 2021 stonden er in de afspraken voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU (GLB ook wel CAP genoemd) geen clausules over sociale rechten van de werknemers. Europa gaf miljarden belastinggeld aan boeren en bedrijven, zonder er garanties voor de werkomstandigheden van de werknemers aan te verbinden. Dat veranderde onder impuls van de Duitse sociaal-democrate, Maria Noichl. Zij voerde, gesteund door EFFAT, jarenlang strijd voor de introductie van ‘social conditionality’. Dit houdt in dat men Europese landbouwsubsidies wil kunnen intrekken als de onderneming een loopje neemt met de werknemersrechten. Vooral in Zuid-Europa en in landen waar de overheid minder sterk staat, kennen we al te vaak schrijnende werk- en leefomstandigheden bij de mensen die ons voedsel produceren. Nog niet zo lang geleden startte ABVV Horval een zaak tegen een fruitteler in Bekkevoort waar seizoenarbeiders werden uitgebuit.

Social conditionality, of sociale voorwaardelijkheid, wordt vanaf 2025 aangenomen als regel in heel Europa. Dat is vooruitgang, maar we zijn er nog niet. Er moeten effectieve sancties worden afgesproken op het niveau van de nationale overheden én er moeten voldoende inspecties georganiseerd worden. EFFAT en ABVV Horval zullen ook in de toekomst op deze nagel blijven kloppen.

 

Strijd voor een waardig inkomen en een kwaliteitsvol leven

De strijd die de boeren momenteel voeren, kan op veel vlakken op de sympathie van het ABVV Horval rekenen. Het is ook deels dezelfde strijd die wij voeren voor de werknemers. Ook wij willen meer inkomen voor de mensen die het werk doen. Wij begrijpen hun frustratie en delen hun analyse als het gaat over de oneerlijke verdeling van winsten: het zijn de grote concerns en de tussenbedrijven die heel veel geld verdienen en zijn de kleine producenten en werknemers die de prijs betalen in de vorm van lage lonen en productprijzen. Dit systeem zit fundamenteel fout en benadeelt de werknemers.

Waar we het niet met de boerenorganisaties eens, is het feit dat ze van een teveel aan regels in het algemeen een schietschijf maken. We mogen niet vergeten dat het regels, wetten, CAO’s en reglementen zijn die de rechten van de werknemers garanderen. Via CAO’s hebben we vorig jaar nog de loonsverhoging voor de seizoenarbeiders kunnen verwezelijken. Over het naleven van wetten en CAO’s sluiten wij geen compromissen. Boerenorganisaties die pleiten voor minder regels voor werknemers moeten beseffen dat zij in de feiten pleiten voor meer mogelijkheden tot uitbuiting. En dat is meer dan 1 brug te ver.

Boeren én de werknemers vechten nu een strijd voor een waardig inkomen en een kwaliteitsvol leven. Wij begrijpen elkaar in dit gevecht. Laat ons elkaar vooruit helpen. Het is nu eenmaal niet voor niets dat ook de slagzin van Horval luidt: “van in de grond tot op het bord”.