Multinationals medeverantwoordelijk voor kindslavernij.

Op 4 september 2014 werden de bedrijven Nestlé, Cargill en ADM geacht medeverantwoordelijk te zijn voor kinderslavernij door drie rechters  bij het United State Court of Appeals in California.
In vlijmscherpe bewoordingen stelde rechter DW Nelson: (vrije vertaling van het citaat)

“De bedrijven domineren de Ivoriaanse cacaomarkt en, in plaats van die macht te gebruiken om de slavernij te stoppen, faciliteerden ze die juist. Het handeldrijven met slavenhandelaars houdt op zich misschien niet in dat men slavernij goedkeurt, maar handeldrijven met slavenhandelaars om op die manier de productiekosten te drukken, zeker wel”

Het ging om een dossier van drie kindslaven uit Mali die in de jaren negentig werden gesmokkeld naar Ivoorkust en onder erbarmelijke omstandigheden gedwongen werden arbeid te verrichten op cacaoplantages (14 u per dag, zes dagen per week werken; ’s nachts werden ze opgesloten in kleine kamers; ze mochten niet ontsnappen, anders riskeerden ze folteringen en zweepslagen of moesten ze urine drinken; ze hadden ernstige verwondingen; ze hadden weinig te eten,…)
Het schrijnende dossier werd door Global Exchange, een  internationale mensenrechtenorganisatie, voor het eerst ingeleid in juli 2005. Hierbij werd gebruik gemaakt van een bijzondere wet, ATS (Alien Tort Statute), die toelaat dat buitenlanders in de VS een proces kunnen aanspannen wegens mensenrechtenschendingen en voor (mogelijke) misdrijven die begaan worden door multinationale bedrijven.

De bestaande conventies van de internationale arbeidsorganisatie (IAO) en het Kinderrechtenverdrag  zijn op vandaag niet streng genoeg en worden bovendien te weinig toegepast.

Deze revolutionaire uitspraak werd  tijdens de EOR van Barry Callebaut op 12 september 2014 in Lodz (Polen) ter kennis gebracht aan de Europese directie, die het in Keulen hoorde donderen.
Het is bijgevolg niet ondenkbaar dat andere multinationals, waarvan men kan vaststellen dat zij het niet zo nauw nemen met de kinderarbeid, ook kunnen vervolgd worden op Amerikaanse bodem. Ondertussen werd er in maart 2014 ook een procedure ingeleid tegen de chocoladegigant Hershey.

In België werd door volksvertegenwoordiger Dirk Vandermaelen (SPa) in 2009 een wetsvoorstel ingediend om buitenlandse kinderarbeid ook te vervolgen in België. Zowel landgenoten als buitenlanders die in het buitenland kinderen laten werken, moeten voor een Belgische rechtbank vervolgd kunnen worden. België mag kindslavernij nergens tolereren. Het voorstel houdt in dat natuurlijke en rechtspersonen kunnen worden bestraft, wanneer ze in het buitenland jonge kinderen doen werken. Hiervoor hanteert men hetzelfde principe als dat wat toegepast wordt voor de strafwet op kinderporno. Deze wet laat toe Belgen te bestraffen die in het buitenland kinderen misbruiken.

De vraag blijft of de politieke beleidsvormers, in hun nieuwe samenstelling, voldoende wilskracht aan de dag durven leggen om in deze legislatuur  deze wet eindelijk te stemmen. Een zaak is zeker: wij lusten geen kinderarbeid.
Het is aan de bedrijven om aan te tonen dat ze daadwerkelijk begaan zijn met maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen en dat ze zich niet langer verschuilen achter loze intenties, roemrijke gesponsorde conferenties en mediacampagnes.

Uit een evaluatie op syndicaal niveau of op ondernemingsvlak kan perfect blijken of het bedrijf zich werkelijk inzet voor de strijd tegen kindslavernij.
Wij hebben vooralsnog onze sterke twijfels over de ethische zelfcontrole van bepaalde bedrijven.

Voor de kleine boer ter plaatse in de cacaoplantage telt maar een ding: geen hulp, maar een betere prijs, dat is het beste groeimiddel.

Eddy Gerlo
Gewestelijk secretaris
Abvv HORVAL  Oost-Vl